Landgoed `t Zand kent een lange geschiedenis. De huidige bossen behoorden in de Late Middeleeuwen (1551-1821) als gemeenschappelijke gronden toe aan ongeveer vijftig boeren uit de marke Hattemer. Het 375 hectare grote gebied bestond in 1650 grotendeels uit bos. De markegronden zijn tussen 1813 en 1821 verkocht aan baron Van der Heijden, heer van Baak en Doornenburg. Het bleef in eigendom van grootgrondbezitters toen in 1929 de familie Passmann van kasteel De Slangenburg (Doetinchem) het bosgebied kocht. Na een alles verwoestende bosbrand in 1934 kocht overgrootvader jonkheer Rudolf Dittlinger landgoed `t Zand.
Daarna heeft Grootvader Pieter de Fremery het landgoed van 350 hectare deels heringericht door het afwisselend aanleggen van smalle zandwegen, bospercelen, weilanden en akkers. De kronkelige zandpaden doorkruisen de naald- en loofhoutbossen. De bossen zijn goed onderhouden en hebben ruime doorkijken. Op landgoed 't Zand bevonden zich enkele gebouwen, zoals de voormalige pachtboerderijen en een dienstwoning.
Ook als scoutingterrein kent het landgoed al een lange geschiedenis. Ruim voor de tweede wereldoorlog waren de eerste padvinderij kampen op het Landgoed 't Zand.
Robbert de Fremery heeft daarvoor zijn eerste padvinders kamp gehad op de nabij gelegen Boerderij de Baakse Hoeve.
In 2006 is landgoed ‘t Zand na vererving gesplitst. Een deel heet nu naar de boerderij Hoenderkamp: landgoed de Hoenderkamp en is eigendom van Hélène de Fremery.